Stilte om de huizen aan de Durgerdammerdijk
Weemoed op het spiegelgladde water
‘s Morgens vier uur, vogels, mensen, alles ligt te slapen
Niemand heeft gezien dat ik er ben
Mist ligt op het weiland, rond de koeien die er grazen
Nevel op de slootjes die ik als mijn broekzak ken
Haast te zoet om waar te zijn, m’n dorp als een oase
Niemand heeft gehoord dat ik er ben
Durgerdam, zo mooi zo hemelsblauw
Waar is de tijd gebleven
Het huis en het bed waarin ik sliep met jou
De liefde van mijn leven
Rokend loop ik rustig langs de steigers en de kade
Slenterend langs bootjes die ik af en toe herken
Ooit kwam ik hier aangezeild en jij was toen mijn haven
Niemand die nog weet dat ik er ben
Durgerdam zo diep verloren blauw
Waar is de tijd gebleven
Het huis en het bed waarin ik sliep met jou
De liefde van mijn leven
Durgerdam zo diep verloren blauw
De tijd die wij vergaten
Het huis en het bed waarin ik hield van jou
Het is voorgoed verlaten